Diefstal, inbraak en plofkraken in Oostenrijk: de mogelijke straffen

Ook in Oostenrijk is diefstal een veel voorkomend strafbaar feit. Naast de “gewone” diefstal bestaan meerdere varianten, die dan ook verschillend bestraft worden. Waar sommige feiten met een strafrechtelijke schikking afgedaan kunnen worden, zijn in andere gevallen hoge gevangenisstraffen te verwachten. Als delict moet men diefstal dus niet te licht opvatten. In het bijzonder als “verdienmodel” en bij het gebruik van een wapen kan een langere tijd in hechtenis verwacht worden. Ook bij zogenaamde “plofkraken” kan dit het geval zijn.

Deze post biedt een beknopt overzicht over dit onderwerp. Algemene informatie over het Oostenrijkse strafrecht is hier te vinden.

Definitie van diefstal

In Oostenrijk wordt diefstal in zijn kern in § 127 van het Oostenrijkse Wetboek van Strafrecht (Strafgesetzbuch; StGB) gedefinieerd. Als diefstal geldt het opzettelijk wegnemen van een vreemde, roerend goed (dus een voorwerp), waarbij de opzet op het onrechtmatige verrijken met deze zaak gericht moet zijn. In andere worden: neemt iemand met opzet iets van een ander, wat niet van hem is, en dit met de opzet om zichzelf of een derde hiermee te verrijken, pleegt diefstal.

Zoals gezegd bestaat het delict in verschillende varianten, die op verschillende manieren bestraft worden:

Zware diefstal (§§ 127, 128 StGB)

Van zware diefstal is sprake als een zaak op bovengenoemde manier weggenomen wordt en nog van verdere factoren sprake is. Er moet een zaak gestolen worden, die een bijzondere eigenschap heeft, of deze zaak moet onder bepaalde omstandigheden gestolen worden.

De volgende varianten worden als zware diefstal geklassificeerd:

  • Diefstal bij nood: hiervan is sprake indien het slachtoffer hulpeloos ofwel bijzonder kwetsbaar is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij iemand die zojuist een ongeluk of een epileptische aanval heeft gehad, en zich daardoor niet kan verdedigen (§ 128 Abs 1 Z 1 StGB).

  • Diefstal van religieuze objecten: hiervan is sprake indien de zaak uit een kerk of een andere religieuze plaats steelt, of indien dit object specifiek voor de uitoefening van religieuze ceremonies bedoeld is (§ 128 Abs 1 Z 2StGB).

  • Diefstal van culturele objecten: dit betreft het stelen van zaken met bijzondere culterele waarde, wat bijvoorbeeld bij objecten in een museum regelmatig het geval is (§ 128 Abs 1 Z 3 StGB).

  • Diefstal van kritische infrastructuur: van een diefstal van kritische infrastructuur wordt gesproken als het gestolen object deel uitmaakt van belangrijke openbare inrichtingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij objecten die voor het openbare verkeer worden gebruikt (§ 128 Abs 1 Z 4 StGB).

  • Waardekwalificatie: is de gestolen zaak duurder dan EUR 5.000, dan is van een zware diefstal sprake (§ 128 Abs 1 Z 5 StGB). Bij een waarde van meer dan EUR 300.000 kan nog een zwaardere straf uitgesproken worden (§ 128 Abs 2 StGB).

Inbraakdiefstal en bewapende diefstal (§ 127, 129 StGB)

Diefstal wordt bovendien strenger bestraft als deze wordt gepleegd in het kader van een inbraak. Een dergelijke “inbraak” vindt plaats wanneer een beschermde, dus afgezonderde ruimte op een bepaalde manier wordt betreden. Enerzijds moet men een beschermde ruimte, zoals een auto, betreden en anderzijds moet dit op een bepaalde, in de wet genoemde manier gebeuren, bijvoorbeeld door inbreken, klimmen of openbreken. Een voorbeeld van een inbraak is het openbreken van een tuinhuisje met een tang en het meenemen van de grasmaaier.

Nog zwaarder bestraft wordt dit delict als er in een “woning” wordt ingebroken. Dit is het geval wanneer de plaats gebruikt wordt om in te wonen, wat bij een huis of appartement meestal het geval is. Het is niét noodzakelijk dat de plek daadwerkelijk bewoond is.

Zwaardere straffen dreigen ook als er een wapen wordt gebruikt. Hiermee bedoeld is ​​het dragen van een wapen met als enig doel het breken van iemands weerstand. Als een mes bij een inbraak wordt meegedragen om de mogelijk aanwezige huiseigenaar te kunnen overrompelen, wordt dit beschouwd als gewapende diefstal. Wordt het wapen vervolgens daadwerkelijk gebruikt, dan is er sprake van roofdiefstal, wat nog weer zwaarder bestraft wordt.

Diefstal met inkomensoogmerk en als deel van een criminele vereniging (§§ 127, 130 StGB)

Er is sprake van diefstal met inkomensoogmerk (gewerbsmäßiger Diebstahl) als deze niet één keer, maar herhaaldelijk plaatsvindt. Daarbij moet ook een stabiel, en niet slechts een klein inkomen gegenereerd worden. Hiervan is sprake als door meerdere diefstallen minstens ca. EUR 400 per maand en de tijdspanne van een jaar verdiend wordt.

Eveneens wordt een diefstal zwaarder bestraft indien deze in het kader van een criminele vereniging met hulp van een ander lid van deze groep wordt gepleegd. Als criminele vereniging begrijpt men in Oostenrijk een groep van minstens drie personen, die voor langere duur bestaat en bedoeld is om strafbare feiten te plegen.

Roofdiefstal (§§ 127, 131 StGB)

Als iemand tijdens een diefstal wordt “betrapt” en vervolgens geweld gebruikt tegen de andere persoon of hem (met de dood of een verwonding) bedreigt om het voorwerp te houden, pleegt hij een roofdiefstal. Belangrijk is dat de dief het voorwerp al heeft gepakt en het wil houden. Als hij het voorwerp nog niet heeft en hij probeert het met geweld van de eigenaar te verkrijgen, wordt dit beschouwd als roof. Wie dus iemand met een wapen bedreigt om een zojuist gestolen vaas te kunnen houden, pleegt roofdiefstal. Het bedreigen van iemand met een wapen om hiervan een portemonnee te krijgen, pleeft roof (wat nog weer zwaarder bestraft wordt).

Bestraffing

Diefstal wordt in principe met een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldstraft bestraft. In veel gevallen is echter een strengere straf mogelijk:

  • Zware diefstal kan worden bestraft met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar. Als er een voorwerp wordt gestolen met een waarde van meer dan EUR 300.000, kan dat leiden tot een gevangenisstraf van maximaal tien jaar.

  • Bij een inbraakdiefstal kan een straf van maximaal drie jaar worden opgelegd. Diefstal met een wapen of inbraak in een woning kan echter leiden tot een gevangenisstraf van zes maanden tot maximaal vijf jaar.

  • Indien de diefstal met inkomensoogmerk of in het kader van een criminele vereniging wordt gepleegd, kan een gevangenisstraf van maximaal drie jaar worden verwacht. Als het misdrijf ernstig is of inbraak betreft, kan de straf variëren van zes maanden tot maximaal vijf jaar gevangenisstraf. Als er een wapen bij het delict wordt gedragen, kan er een gevangenisstraf van maximaal tien jaar worden opgelegd.

  • Roofdiefstal wordt bestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot maximaal vijf jaar. Heeft het delict de dood van iemand of langdurige ernstige gevolgen op de lange termijn tot gevolg, moet rekening worden gehouden met een gevangenisstraf van vijf tot maximaal vijftien jaar.

Speciaalgeval plofkraken

In de laatste jaren worden in Oostenrijk vermeerd zogenaamde plof- en ramkraken specifiek door groeperingen uit Nederland gepleegd. Kenmerkend voor een plofkraak is het gebruik van explosieven om geldautomaten te openen. In enkele gevallen worden ook auto´s gebruikt om als “ram” afgesloten plekken zoals bijvoorbeeld winkelcentra in te rijden. Het doelwit zijn in zulke gevallen dan meestal juweliers (zogenaamde ramkraken).

Puur juridisch gezien kan een plofkraak – dus grof gezegd het opblazen van een geldautomaat om hieruit geld te halen – meestal als zware diefstal gekwalificeerd worden.

Speciaal bij plofkraken zorgen bepaalde factoren echter voor hogere mogelijke straffen:

  • Diefstal van meer dan EUR 300.000: omdat de buit bij meerdere gelijksoortige delicten samengeteld kan worden, kan hier sprake van zijn (§ 29 StGB). Wordt dit aangenomen, dan dreigt een gevangenisstraf van één tot en met tien jaar. 

  • Gebruik van explosieven: het kan voorkomen dat men door het gebruik van explosieven omwonenden of op grote schaal de omgeving in gevaar brengt. Dit kan als opzettelijke ingevaarbrenging met explosieven worden gekwalificeerd, waarvoor een gevangenisstraf van één tot maximaal tien jaar mogelijk is (§ 173 Abs 1 StGB).

  • Onbevoegd in gebruik nemen van voertuigen, zware beschadiging of brandstichting: ook het stelen van auto´s om deze als “ram” te gebruiken is strafbaar. Worden deze naderhand in brand gestoken, dan geldt dit als zware beschadiging of – onder bepaalde voorwaarden – zelfs als brandstichting. In het laatste geval dreigt eveneens een gevangenisstraf van één tot maximaal tien jaar (§§ 136 StGB, 126 StGB, 169 StGB).

 

Algemeen geldt het samenkomen van meerdere delicten – dus als meerdere strafbare feiten gepleegd worden, wat bij plofkraken vaak het geval is – als verzwarende omstandigheid, wat de rechtbank tot het uitspreken van een hogere straf kan bewegen. Een bijkomende factor is in dit kader het feit dat plofkraken als vorm van “crimineel toerisme” in Oostenrijk momenteel als groeiend probleem wordt gezien. Ook om deze reden kan een rechtbank hogere straffen opleggen, met de bedoeling dat deze dan een afschrikwekkende werking voor eventuele andere daders hebben.

In Oostenrijkse strafprocedures hebben betrokkenen die door een strafbaar feit schade hebben geleden de mogelijkheid zich als beschadigde (Privatbeteiligte) aan te sluiten en een schadeclaim te presenteren. Wordt deze door de rechtbank toegekend, dan kan de beschadige op deze manier – zonder dat hiervoor een verdere civiele procedure nodig is – deze schade op de dader verhalen. De aanzienlijkste schadepost is bij een plofkraak vaak niet het gestolen geld, maar de zware schade die door de explosie aan het bankfiliaal of aan omliggende gebouwen ontstaat. Cijfermatig kan deze al gauw meerdere honderdduizenden euro bedragen.

Voor algemene informatie over het Oostenrijkse strafrecht kan men hier terecht.

Betrekkingen met het buitenland

Een vervolging in Oostenrijk is onder bepaalde voorwaarden ook mogelijk indien de dader zijn daad niet in Oostenrijk begaan heeft. Dit is bijvoorbeeld dan het geval waar men uit het buitenland een bijdrage aan een strafbaar feit heeft geleverd. Dit kan betekenen dat men opgeroepen wordt om bij een strafzitting te verschijnen of zelfs naar Oostenrijk overgeleverd wordt, zonder ooit eerder een voet in het land gezet te hebben.

Praktijkadvies: wie met een overleveringsprocedure wordt geconfronteerd doet er goed aan om vroegtijdig contact met een Oostenrijkse advocaat op te nemen. Buitenlandse (Nederlandse) rechtbanken en advocaten beschikken in deze procedures regelmatig enkel over zeer rudimentaire informatie over de zaak in Oostenrijk zelf. Een Oostenrijkse advocaat kan hierbij helpen.

Juridische bijstand aanbevolen

Het is dringend aanbevolen zich tijdens een strafprocedure door een advocaat bij te laten staan. Ik ondersteun en begeleid u graag bij strafprocedures in Oostenrijk, uiteraard geheel in het Nederlands. Neem daarvoor via office@vastenburg.at of telefonisch via 0043 6804446590 gerust contact met mij op. Voor verdere informatie over de Oostenrijkse strafprocedure in het algemeen kunt u hier terecht.

Stuur een aanvraag

Weiter
Weiter

Diebstahl und Einbruchsdiebstahl in Österreich